Niet zo heel lang geleden zag ik een man op tv aan wie werd gevraagd wat voor beroep hij had. De man zei: ‘Een bestuurlijke functie in de logistieke sector.’ Hij was vrachtwagenchauffeur en lachte zelf het hardst om zijn creatieve woordgrap. En ik lach stiekem net zo hard om de kreet: software defined anything.
Je kunt zaken zo mooi en groots maken als je zelf wilt. En in de IT-wereld maken we de zaken vaak en graag groots en mooi. Er zijn kreten, bewegingen, die veel impact lijken te herbergen maar in feite niet zo heel veel om het lijf hebben. Veel bedrijven plakken de term software defined voor hun product en de oh’s en ah’s zijn niet van de lucht. Dan zie ik weer Software Defined Hardware van HP, an weer Software Defined Network van Citrix. Een regelrechte hype is geboren en iedereen buitelt weer over elkaar heen als het gaat om wie er het hardst mee kan kokketeren.
We willen de IT met z’n allen ook als roze wolk neerzetten. Als een droomwereld waar we allemaal in meezweven. Social media, big data, cloud computing: klinkt toch als een zonnig Utopia, als het Beloofde Land? Nu de werkelijkheid. Datacenters zijn stenen muren, met betonnen vloeren, wat koeling links en rechts en een hoop ijzerwerk in de vorm van computers. En wat doen ze, die huizen? Ze bieden de wereld computercapaciteit zodat de wereld met de computertechnologie kan werken. De wereld maakt er ook steeds meer gebruik van door het social media- en big datageweld dat er wordt opgeslagen. Vroeger liepen in die huizen mannen en vrouwen rond die al die appartuur aan de praat hielden of ontstane problemen oplosten. Het laatste decennium komen we er steeds meer achter dat we die hardware in die betonnen blokken slimmer kunnen inzetten en meer kunnen automatiseren. En dat is dus software defined, dat je steeds meer handelingen die door mensen gedaan wordt op een redelijk laag niveau in zo’n center invult met behulp van software. Zodat er automatisch een signaal en oplossing wordt gegeven als een computer vastloopt. Ik werkte een paar jaar terug bij een IT-bedrijf in Belgie en daar ging wel eens wat mis omdat zo’n man op het moment supreme even op de wc zat. Zei die beheerder: ‘Alles, ik moet ook weleens, niewaar?’ Dit soort problemen is opgelost door de hardware slimmer te gebruiken, te virtualiseren en de boel te automatiseren. En nu zeggen de grote partijen wat voor een geweldige oplossingen ze tegenwoordig hebben. Terwijl het niets meer is dan evolutie: de hardware slimmer, en het beheer wat intelligenter inzetten.
De hype geeft ook een verkeerd beeld. Alsof alles in de software zit, in de cloud. Alsof we helemaal geen datacenters meer nodig hebben. Dat is een grove misvatting, want onder die romantische cloud zitten gewoon onze duizenden vierkante meters in Noordoost Groningen of het Noordhollandse Middenmeer. Nu nog is dit een explosief groeiende markt van veel partijen, maar dat duurt niet lang meer. Slechts een paar global players zullen de enorme race in expansie kunnen volgen waarbij alles draait om sneller, groter en goedkoper. Misschien zullen een paar kleine bedrijfjes overleven; zij die echt specifieke kennis gaan leveren en met lokale partijen op basis vancustomer intimicy opereren. En de grote partijen stellen steeds hardere eisen aan computerleveranciers: de devices moeten op hun maat gesneden worden, waardoor zij nog grotere machtsbolwerken worden die er puur voor de massa zijn en dat betekent: automatiseren, standaardiseren en de prijs omlaag. Dat doen ze in een ouderwetse pand met veel ijzer en veel draadjes. Met je software defined anything!