Bron: CIO Magazine – ICT Media.
Benchmark- en adviesorganisatie METRI en CAST Software zijn een strategische samenwerking aangegaan. Harde data over software- en systeemkwaliteit gecombineerd met benchmarkgegevens over een specifieke markt. Het resultaat is dat bedrijven softwareontwikkeling kunnen aansturen vanuit een strategisch en holistisch perspectief.
Waar CAST Software inzicht geeft in de systeemkwaliteit door geautomatiseerde en gestandaardiseerde controle van softwarecode, ligt de geschiedenis van METRI op het terrein van benchmarking en performancemanagement. Aanvankelijk vooral gericht op infrastructuur en connectiviteit. Later is hier vendorselectie en advies rondom sourcing bij gekomen. “Omdat uiteindelijk het verschil wordt gemaakt op het gebied van de businessapplicaties zijn we daar meer de focus op gaan leggen”, vertelt METRI-directeur Paul Cornelisse. “We deden al benchmarking rondom ontwikkeling, ondersteuning en onderhoud van applicaties, maar vooral gericht op de prijs. Terwijl het met name draait om de kwaliteit en inzetbaarheid.”
Businesswaarde
“Een van onze specialisten op dit gebied opende ongeveer een jaar geleden de gesprekken met CAST Software. In onze wisselwerking kunnen we hun data rondom de kwaliteit van software combineren met onze benchmarkdata met betrekking tot de markt. Het resultaat is een unieke uitbreiding van ons portfolio. We voeren momenteel gesprekken met tientallen grote bedrijven, waarbij menig CxO zich afvraagt waarom dit nog niet eerder bestond”, aldus Cornelisse. METRI helpt daarmee de CIO, CFO en andere bestuurders bij het vertalen van de functionaliteit en kwaliteit van hun software naar businesswaarde: bijvoorbeeld met het oog op het bedrijfsproces, een business-capability of de concurrentiepositie. “Het is eigenlijk vreemd dat we met z’n allen zo lang gefixeerd zijn geweest op het benchmarken van zaken die de operationele IT betreffen, terwijl niet alleen de investeringen in ontwikkeling steeds groter werden, maar ook het belang. Iedereen accepteerde dat kennelijk. Inmiddels is een complete mindshift gaande.”
Verticale benadering
“Er waren natuurlijk al leveranciers die de kwaliteit van software monitorden. Het verschil is dat deze een verticale benadering hadden, puur op de code zelf. Wat wij nu zien gaat zelfs verder dan het beoordelen van de systeemkwaliteit. Klanten vragen ons nu bijvoorbeeld ook om advies op het gebied van governance, integratie, softwarestrategie en wellicht zelfs meer. We gaan in toenemende mate bijdragen aan het totaalplaatje. Dit is een totaal nieuw speelveld.”
Het mooie is dat de keuze voor kwaliteit uiteindelijk bij de klant ligt. “Deze kan omwille van de kosten of time-to-market bijvoorbeeld kiezen voor een lager kwaliteitsniveau. Soms zijn dingen namelijk gewoon goed genoeg. Het belangrijkste is dat het allemaal transparant wordt. In andere gevallen kan gevraagd worden om een hogere kwaliteit in het kader van meer functionaliteit of snelheid, doorgaans tegen een hogere prijs. Dat maakt eventuele onderhandelingen met de leverancier een stuk gemakkelijker. Sterker: softwaremakers kunnen hun dienstverlening met de monitoring enorm verrijken, wat de relatie met klanten zal versterken.”
Transparantie
Volgens Paul Cornelisse gaat de gezamenlijke dienstverlening met CAST Software stukken verder dan het model van een CISQ of in Duitsland TÜV: “Wij samen hebben vooral transparantie boven aan de lijst staan. Deze transparantie biedt uiteindelijk onze klanten – dat zijn zowel leveranciers als eindgebruikers – een samenwerkingsmodel waarbinnen zij zich echt kunnen focussen op waarde. Wij CIO, de CTO en de architect, want die zijn altijd al een groot voorstander van transparantie geweest. Vooral vanuit development was er evenwel enige weerstand. Dat kan ik me trouwens wel voorstellen, onder meer vanwege het idee dat ze langs de meetlat gelegd werden. Het beoordelen van de code was bovendien een ‘nice to have’ en werd buiten de IT-serviceproviders niet strikt noodzakelijk geacht. Dat is in het digitale tijdperk sterk veranderd. Naast time-to-market is kwaliteit intussen veel belangrijker geworden, bijvoorbeeld in termen van resilience, security, dataprivacy, integratie, enzovoorts. Dat alles geeft ons momenteel de wind in de rug. ”merken dat de discussie met klanten en hun leveranciers totaal veranderen; het gaat niet langer om puur de codekwaliteit, maar hoe je met elkaar samenwerkt om tot het beste resultaat te komen.”
“Daarmee is de cirkel rond, want dan draait het om de toegevoegde waarde van diverse partijen binnen een ecosysteem”, aldus de METRI-directeur. “Voor een softwarehuis betekent deze transparantie misschien even aanpassen of zelfs een tijdelijke dip in inkomsten, maar uiteindelijk zal de relatie met de klant erdoor verbeteren. Zij worden immers een businesspartner in plaats van een kostenpost.”
“HET DRAAIT OM DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DIVERSE PARTIJEN BINNEN EEN ECOSYSTEEM”
Voor steeds meer bedrijven wordt IT een commodity, iets wat je in feite als cloudservice uit de muur kunt betrekken. Daarmee is de kwaliteit van de software toch de verantwoordelijkheid en zorg van de cloudleverancier en niet van de CxO? “Juist in het huidige tijdperk van cloud in IoT draait alles om het verbinden van verschillende systemen. Niet alleen computers, maar ook slimme auto’s, devices, sensoren, steden, medische dossiers, enzovoorts. Business en IT zullen daarmee steeds meer versmelten, en daarmee een wisselwerking tussen verschillende functies. Deze nieuwe architectuur is vol mogelijkheden, maar doet tegelijk wel een groter beroep op security en data-integriteit. Digitalisering is een enorme driver. Als CAST kunnen we aangeven in hoeverre software en systemen klaar zijn voor alle nieuwe dingen die CIO’s, businesses, ontwikkelaars en bestuurders voor ogen hebben.”