Datacenters waarin klantorganisaties dataverbindingen kunnen afnemen van een waslijst aan nationale en internationale providers zijn populair, ook in de regio. De vraag is zelfs zo stevig dat telecompartijen hun datacenter activiteiten apart zetten en van een andere naam voorzien. Doel is om klanten te overtuigen dat in hun computerruimtes de beste verbindingen met de cloud te vinden zijn. Niet alleen van henzelf, maar vooral ook van andere partijen.

Carrier neutraal heet deze gewilde eigenschap. Het is geen nieuw verschijnsel in de internetwereld. Interxion is zo’n partij die zich vanaf de start in 1998 specialiseerde in het leveren van hoogwaardige colocatie ruimte in meerdere Europese steden. Voor de verbindingen konden klanten gebruik maken van een hele waslijst aan telecombedrijven en carriers. Het is juist deze keuzevrijheid in verbindingsmogelijkheden die bedrijven over de drempel trekt, getuige ook de marketingslogan die nu nog steeds groot op de website prijkt: “de interconnectiehub voor digitale business”. En dat voor een uitbater die zich het op het eerste gezicht vooral concentreert op het verhuren van racks en cages waar de klanten hun eigen IT-infrastructuur in onder kunnen brengen.

Nu is Interxion een datacenter uitbater die zich vooral richt op Europese hoofdsteden zoals Amsterdam. Maar ook in de Nederlandse polder buiten de hoofdstad is het verschijnsel carrier neutraal flink in opkomst. Een goed voorbeeld daarvan is de uitbater van een glasvezelnetwerk Eurofiber, waarbij netwerkdiensten ogenschijnlijk de belangrijkste activiteit zijn. Het bedrijf nam zomer vorig jaar Dataplace over, de eigenaar van een regionaal TIER III-datacenter in Alblasserdam in de buurt van Rotterdam. Met deze acquisitie voegde Eurofiber een tweede datacenter toe aan het aanbod, naast zijn eigen locatie in Groenekan bij Utrecht. Zo op het eerste oog om klanten mogelijkheden te bieden voor spiegeling van data en disaster recovery. Beide datacenters bevinden zich op een ideale afstand van elkaar om als twin datacenter locaties op te treden met redundante glasvezelverbindingen en in beide datacenters dezelfde serie IP-nummers te gebruiken. Dat is niet de enige en ook niet de voornaamste reden voor deze overname.

Nieuw naambordje

Toen METRI in het begin van het jaar Eurofiber opzocht in diens datacenter in Groenekan waren schilders druk bezig om het olifantje te vervangen voor het logo van Dataplace. Het groene wolkje van elektronenschillen dat de merknaam van Dataplace opsiert, wordt de standaard merknaam voor de colocatie-dienstverlening vanuit beide datacenters. Met het handhaven van deze merknaam na de overname wil Eurofiber onderstrepen dat in de twee datacenters volop carriers en telecompartijen te vinden zijn in de ‘meetme’-ruimtes. Klanten kunnen hiermee in deze datacenters relatief eenvoudig een aansluiting krijgen op de netwerkinfrastructuur van andere providers.

Waarom al deze moeite van twee verschillende merken? Klanten willen een optimale beschikbaarheid van hun verbindingen naar het datacenter veiligstellen. Daarnaast is er in een carrier neutraal datacenter een grotere kans om de eigen netwerkleverancier in de patchruimte aan te treffen. Dit zijn de belangrijkste redenen voor klanten om voor een carrier neutraal datacenter te kiezen vertelde facility manager Jan Bonke tijdens het bezoekje aan Groenekan. Dit soort datacenters zijn opgezet met vergaande redundantie op alle niveaus.

Dat geldt voor koeling en voor de stroomvoorziening, maar zeker ook voor de verbindingen. In een carrier neutraal datacenter komt heel veel glasvezel binnen. Zo’n datacenter is altijd aangesloten op een kabelring in beide richtingen van de uitbater zelf. Valt een van die glasvezelttakken uit, dan is er altijd nog die andere connectie om op terug te vallen. Maar die beschikbaarheid kan vele malen verder omhoog als ook andere partijen hun netwerkinfrastructuur op een redundante manier aanbrengen in zo’n datacenter.

Naast een verhoging van de beschikbaarheid maakt carrier neutraal de kans ook groter dat in het desbetreffende datacenter de eigen netwerkdienstverlener van voorkeur ook binnen zit bij dit datacenter. Dit voorkomt de hoofdpijn van het omnummeren van IP-adressen bijvoorbeeld. Als een klant bij de verhuizing gedwongen wordt om over te stappen naar een andere provider ontkom je hier niet aan. Aan providers die de moeite nemen om een regionaal datacenter aan te doen geen gebrek. In januari lieten Level3 en AT2B Internet weten dat zij het nieuwe datacenter van Eurofiber – oh nee Dataplace – in de Rijnmond-regio aandoen en daarmee werd dit datacenter opnieuw een stukje neutraler.

Ook KPN

Een trend is natuurlijk pas een echte trend als er meer schapen over de dam komen. Dat is het geval, want ook KPN is de afgelopen maanden een soortgelijk pad als Eurofiber aan het aflopen. Begin januari kondigde KPN aan dat het zes regionale datacenters onderbrengt in een nieuwe onderneming met de naam NLDC. De colocation dienstverlening van KPN in Aalsmeer, Almere, Eindhoven, Groningen, Oude Meer (Schiphol) en Rotterdam wordt ondergebracht in deze aparte onderneming. Doel is om beter in te spelen op groeikansen in de markt, waarbij ‘carrier en cloud neutraal’ voor klanten belangrijke beslissingscriteria zijn aldus KPN. Klanten vragen steeds vaker om een datacenter dat niet gebonden is aan een carrier of aan een specifieke cloud.

Daarnaast biedt het onderbrengen van deze activiteit in een nieuwe onderneming KPN ook de mogelijkheid om een slag te maken in de technologie en het operationeel beheer van deze datacenters. Een efficiënt datacenter is een ruimte waar je met een gerust hart het licht uit kunt doen, omdat er toch geen mensen rondlopen. Er wordt volop gewerkt met ‘automated provisioning’, zoals dat heet om dit mogelijk te maken. IT-infrastructuur, van server tot netwerk, is zoveel mogelijk in software uitgevoerd, zodat het beheerwerk tot in hoge mate weg te automatiseren is.

NLDC ziet veel muziek in het bieden van connectiviteit en toegang tot clouddiensten. Een voorbeeld daarvan zijn de interconnects met publieke clouddiensten van Microsoft Azure en AWS. De Vlan-koppelingen naar deze cloud providers zijn bij een regionaal datacenter van het NLDC op één punt voor alle locaties van een klantorganisatie te bundelen. Dit is een stuk kosten effectiever dan losse koppelingen met deze clouddiensten. Daarnaast is er vanuit deze dienstverlening geen omkijken meer naar het beheer van zo’n voorziening.

Communicatiehubs

De opkomst van cloud computing wakkert op deze manier de concentratie van resources in externe datacenters nog een keer extra aan. Optimale beschikbaarheid van de verbindingen met afgenomen clouddiensten is hiermee een bijna even belangrijke beweegreden geworden als de zogenaamde ‘economy of scale’ ofwel schaalbaarheid waar meestal naar verwezen wordt. Feitelijk zijn datacenters hiermee niet alleen resource-hubs geworden, maar vooral ook communicatie-hubs.

Tegelijkertijd biedt deze nieuwe dienstverlening klanten ook de mogelijkheid om hun netwerkvoorzieningen voor een belangrijk deel binnen de muren van dit datacenter inclusief de verbindingen naar andere datacenters te realiseren. Tegelijkertijd is deze dienst in te kopen vanuit een portal met een pay-as-you-go afrekenmodel. Dat is ook bij andere vormen van netwerkdienstverlening steeds meer het geval. Virtualisatie – de ontkoppeling van fysieke netwerkcomponenten en de functionele aanwending – steekt in het domein van de bedrijfsnetwerken de kop op. In de markt zingt deze opkomst van software defined networking technologie al een tijd rond in de vorm van trends als SD WAN en Network Function Virtualization.

De inzet van zulke ‘overlay’-netwerktechnologie is een belangrijke technische voorwaarde voor klantorganisaties om in de toekomst meer netwerkdienstverlening naar managed service providers te verhuizen. Dit maakt het mogelijk om op de eigen locatie met zo dom mogelijke randapparatuur te werken. Voor de local loop volstaat een simpele en uiterst betrouwbare verbinding zoals bijvoorbeeld een combinatie van mpls met breedband internet. De intelligentie in het netwerk die organisaties nodig hebben om goede, veilige en betrouwbare verbindingen met de cloud te leggen, wordt als iedere andere SaaS-applicatie veilig vanuit het datacenter van de managed service partij voor klanten ontsloten.

Zwaartekracht

Als je het over software defined networking hebt dan heb je het over managed services. Bij een volgende generatie WAN-dienstverlening winnen wat dat betreft regionale datacenters maar ook de grote public cloudproviders als AWS en Microsoft aan belang. Want deze partijen zijn al uitstekend in staat andere commodity IT-infrastructuur als geen ander te beheren en voor klanten als een dienst te ontsluiten. Na software, serverinfrastructuur en applicatieplatvormen lijkt het nu de buurt aan het netwerk om aan de zwaartekracht van de cloud te bezwijken.

Een Wide Area Network uit de cloud, is dat niet wat bedrijven willen? METRI brengt in samenwerking met 128Technology, KPN, Masergy, NTT en Vodafone/Ziggo een whitepaper uit over next generation WAN. Volg het METRI blog op https://metrigroup.com/blog/ voor meer informatie.