
De Nederlandse economie heeft de stijgende lijn flink te pakken. In de zakelijke dienstverlening wordt weer volop geïnvesteerd in bijvoorbeeld digitalisering of andere bedrijfstransformaties, die in veel gevallen een ICT-component kennen. Het crescendo van de economie vertaalt zich in een duidelijke stijging in de tarieven van externen.
De IT-arbeidsmarkt is als nooit tevoren opgebloeid, waardoor in tal van specialismen krapte is ontstaan. Structureel is er een groeiende vraag naar IT functies om de digitaliseringshonger van bedrijven te stillen. De tarieven van externe IT-professionals zijn het afgelopen jaar gemiddeld met maar liefst 4% gestegen ten opzichte van twee jaar geleden. De stijging ligt ten grondslag aan de aantrekkende economie.
Voor de crisis
De tekorten op de IT-arbeidsmarkt zijn te vergelijken met die van tien jaar geleden, net voor de crisis. Ter illustratie: voor IT-werknemers die zich in het midden van hun loopbaan bevinden, is er voor elke 16 vacatures maar één werknemer beschikbaar. Young professionals met enkele jaren ervaring zijn zelfs nog meer in trek: wat de jongere IT-professionals betreft, is er voor elke 26 vacatures een startende IT-professional daadwerkelijk beschikbaar. Het tekort onder junioren is hiermee in korte tijd verdubbeld.
Deze ontwikkeling heeft ook gevolgen voor de tarieven van veelgevraagde IT-rollen in de flexibele schil. Dat blijkt uit onderzoek van METRI, dat in samenwerking met FastFlex is uitgevoerd. Inhuur van externen vervult bij organisaties een essentiële rol bij het realiseren van strategische vernieuwingsplannen. IT’ers worden de laatste jaren steeds vaker extern ingehuurd, onder meer omdat organisaties de juiste vaardigheden ofwel onvoldoende in huis hebben, of over onvoldoende capaciteit beschikken. Door gebruik te maken van externe inhuur kunnen organisaties bovendien hun flexibiliteit verhogen – in tijden van sterke vraag is de flexibele schil een belangrijk middel om de kloof tussen vraag en aanbod te dichten. Uit data van het CBS blijkt dat anno 2018 een derde van de IT’ers als zelfstandige werkt.
Belangrijkste algehele conclusie uit het onderzoek is dat de inhuurtarieven over de gehele linie met 4% omhoog zijn gegaan, maar dat die stijging bij sommige van veel voorkomende functies en rollen nog harder is gegaan. De sterk gestegen vraag naar software bijvoorbeeld heeft ook de tarieven van applicatie gerelateerde functies aanzienlijk verhoogd. De onderzoekers geven diverse voorbeelden: zo is het tarief voor een functioneel applicatie beheerder, gemiddeld met 9% gestegen ten opzichte van twee jaar eerder. Daarbij blijken de uurprijzen voor junior functioneel applicatie beheerders de afgelopen twee jaar het sterkst te zijn gestegen – het tarief voor deze rol ging met 29% omhoog. Bij medior applicatie beheerders was er een stijging van 8% zichtbaar. Verder zagen medior en senior database administrators hun tarieven met ruim 20% stijgen. Ook de uurprijzen van servicemanagers en systems administrators gingen flink omhoog.
Infrastructureel gerichte functies, zoals netwerkspecialist, zagen een stijging van gemiddeld 5%. Projectmanagement functies zagen juist een lichte daling in de tarieven, van 2%. Het sterkst gedaald zijn medior en senior projectmanagement officers, met een gemiddelde daling van het tarief van 15%.
De onderzoekers benadrukken dat de benchmark zich vooral richt op bestaande en courante rollen in de IT-arbeidsmarkt. Kijkend naar vijf rollen die door de jaren heen veel voorkwamen in het onderzoek, dan zien de auteurs dat bijvoorbeeld de inhuurtarieven van senior projectleiders en business analisten licht zijn gedaald en dat het tarief voor junior developers sinds 2014 onder druk staat. Ook heeft de groei van de tarieven van functioneel applicatiebeheerders en systeem administrators de afgelopen twee jaar doorgezet. In de benchmark konden verschuivingen in nieuwe rollen, zoals data scientists en devops engineers, nog niet vastgesteld worden, omdat voor het eerst zijn uitgevraagd en onderzocht. In een volgend onderzoek of een dedicated analyse van de tarieven voor specifieke rollen is hier wel inzicht in te geven.
Hoe worden tarieven bepaald?
De onderzoekers keken ook naar hoe de uurtarieven tot stand zijn gekomen. De criteria waarop organisaties hun uurtarieven baseren, bestaan voor een belangrijk deel uit referentiemateriaal, zoals ratecards en manteltarieven. De belangrijkste bron is de eigen administratie en de ervaringen die organisaties zelf hebben opgedaan met externe inhuur. In vergelijking met het onderzoek van twee jaar terug is dit vaker aangegeven. De kennis vanuit externe partijen is even belangrijk gebleven.
Trends in IT-inhuur
METRI en FastFlex zien in de inhuur van externen drie opvallende trends. Allereerst willen organisaties, met het oog op de toekomst, hun afhankelijkheid van externe inhuur de komende jaren verminderen. In het 2017 onderzoek geeft de helft van de ondervraagde organisaties aan het komend jaar minder externen in te zullen huren. In 2015 kwam dit percentage nog uit op 44%. Een minderheid van 9% verwacht meer externen in te zetten volgend jaar. Dat was in 2015 nog 32%, blijkt uit het rapport.
Toch plaatsen de onderzoekers een kritische kanttekening bij de wens van veel organisaties om minder van externe inhuur gebruik te (hoeven) maken. De krapte in het aanbod van gekwalificeerd personeel en de hevige concurrentie tussen organisaties zorgt ervoor dat de krapte van IT-rollen voorlopig zal blijven bestaan. “Afhankelijkheid van externe inhuur is daarmee een realiteit waaraan weinig organisaties kunnen ontkomen”, aldus de onderzoekers, die aangeven dat werkgevers de komende zes jaar rekening zullen moeten houden met grote knelpunten in de personeelsvoorziening van technische en IT gerelateerde beroepen.
Een tweede zichtbare trend is volgens de auteurs dat de tarieven de komende periode zullen blijven stijgen, volgens hen een logisch gevolg van de marktwerking. Om de kloof tussen de vraag naar en het aanbod van ICT talent te dichten, zullen bij de overheid en publieke sector in toenemende mate grote scholingsprogramma’s worden opgetuigd. Ook verwachten de onderzoekers dat IT meer naar het buitenland ge-outsourced zal worden, naar landen met een sterk ontwikkeld IT-personeelsbestand, zoals India of Oekraïne.
Een derde trend die genoemd wordt is de ontwrichtende kracht van digitalisering. Wanneer de digitaliseringsgolf van de afgelopen periode blijft aanhouden, dan zal het IT-domein zich over enkele jaren opnieuw hebben uitgevonden, stellen de onderzoekers. Concepten die vandaag de dag nog in hun kinderschoenen staan, zullen tegen die tijd mainstream worden. Te denken valt aan ontwikkelingen rondom Internet of Things (IoT), Industrie 4.0, robotisering, robotic process automation (RPA) en chatbots. “Organisaties staan aan de vooravond van een ingrijpende vernieuwing van hun bedrijfsprocessen met technologie. Dat zal niet alleen hun businessmodellen en bedrijfsvoering ontwrichten, maar ook de benodigde talentenpool die voor de realisatie nodig is. Organisaties moeten overwegen of ze hiervoor nog steeds het middel van externe inhuur willen gebruiken”, schrijven de auteurs.
Tekort aan digitale vaardigheden
Tot slot verwachten de onderzoekers, op basis van internationaal onderzoek, in de markt een groeiend tekort aan digitale vaardigheden. Dat tekort zit volgens de auteurs de realisatie van ambitieuze digitale transformatieprogramma’s in de weg. En dat terwijl er de afgelopen periode sprake is van een groeiende toestroom van gediplomeerden uit de richtingen techniek en informatie, en van een sterkere focus op beta opleidingen. Kortom, voor de IT-functies van de toekomst worden deze knelpunten alleen maar groter, verwachten de onderzoekers: “Dit is over de hele linie slecht voor het concurrentievermogen van BV Nederland. Het wordt tijd dat Nederlandse organisaties en de overheid dit tot zich door laten dringen”, sluiten de onderzoekers af.
Voor meer informatie over de belangrijkste bevindingen, bekijk de whitepaper ‘Zicht op de flexibele schil‘.